door Nand van der Pluijm
Dit thema was gekozen voor de opendag van therapeuticum Mercuur op zaterdag 12 maart. Hoewel iedereen elk etmaal een periode van ongeveer 8 uur slaapt, is het moeilijk om aan te geven, wat er nu precies in de slaap gebeurt. Waar ben je eigenlijk als je slaapt?
Vierledig mensbeeld
Als we vanuit het antroposofisch mensbeeld naar de fenomenen van slapen en waken kijken, kunnen we ons toch een beeld vormen van de processen die hierin spelen.
Vanuit het vierledig mensbeeld kan men vier wezensdelen onderscheiden, n.l. het fysieke lichaam dat we met de stoffelijke wereld gemeen hebben, het ether- of levenslichaam dat verantwoordelijk is voor de levensprocessen, het astraallichaam of ziel, waarmee bewustzijn en psychische processen zijn verbonden en tenslotte een “ik”, een geestelijke kern waarmee zelfbewustzijn is verbonden en die het mogelijk maakt, dat de mens zich als een individu ervaart.
Drieledig mensbeeld
Vanuit het drieledig mensbeeld kijkt men naar een mens als opgebouwd uit twee polaire processen die in een middengebied met elkaar in evenwicht moeten worden gebracht.
De bovenpool wordt gedomineerd door het zenuw-zintuigsysteem, wat vormend en structurerend werkt. Als dit proces doorschiet, krijg je verharding of sclerose.
De onderpool wordt gedomineerd door het stofwisselings-ledematensysteem, dat oplossend en omvormend werkt. Als dit proces doorschiet krijg je processen als ontsteking.
De beide polaire processen worden in het middengebied, het ritmische systeem, dat door hart en longen wordt gevormd, in evenwicht gebracht.
Met het zenuw-zintuig-, ritmisch- en stofwisselings-ledematensysteem zijn respectievelijk denken, voelen en willen. Kijken we naar het bewustzijn, dan is dat in de bovenpool helder, in het middengebied meer droomachtig en in de onderpool is er als het goed is geen bewustzijn. Het slaap- en waakritme heeft een functie in het in evenwicht brengen van boven- en onderpool.
Wat gebeurt er als we in slaapvallen? Ik en astraallichaam laten in de bovenpool los, terwijl ze zich in de onderpool juist dieper verbinden, dat wil zeggen dat ’s nachts de stofwisseling cq. opbouw overheerst, terwijl overdag de zenuw-zintuigpool met het bewustzijn domineert. De energie die hiervoor nodig is, wordt uit het lichaam gehaald, waardoor overdag de afbraak overheerst.
Rudolf Steiner
Volgens Rudolf Steiner leeft ons eigenlijke Ik in de geestelijke wereld. Dit is ons hogere Ik of hogere Zelf. Het lichamelijke ik is een soort instraling van het eigenlijke Ik. Rudolf Steiner heeft ons een hier een beeld voor gegeven, waarbij hij ons hogere Ik als een ster afbeeldt en de verhouding tussen ons hogere Ik en lichamelijk ik als een slang die in zijn eigen staart bijt.
De slangenkop is het beeld voor datgene wat aan ik-werking van het hoofd uitgaat. De staart van de slang geeft het beeld van de ik-werking die via de stofwisseling op het hoofd inwerkt. Zo loopt de slangenkring in de geestelijke wereld door het hogere Ik heen. Het deel van de slang door het lichamelijke heen verbeeldt van boven naar beneden, respectievelijk het denkende en voorstellende ik, het voelende ik en het willende en handelende ik.
Bij het inslapen verlaat dit bewuste lichamelijke ik het lichaam via het hoofd. Tijdens de slaap beweegt dit lichamelijke ik zich door de sterrensferen en door het hogere Ik.
Bij het ontwaken komt, volgens Rudolf Steiner, ons bewuste lichamelijk ik via de vingers en tenen weer terug. Dit beeld laat ons slapen en waken zien als een ik-ontwikkeling. Ervaringen en gedachten van de dag worden door de nacht meegenomen en door ons hogere Ik verwerkt en omgevormd tot een wils- of handelingsactiviteit. Het is door het slaap-waakritme dat het Ik zich kan ontwikkelen. In die zin heeft de slaap overeenkomst met de dood en met het grote ritme van opeenvolgende reïncarnaties.
Slaapstoornissen
Slaapstoornissen zijn onder te verdelen in problemen met inslapen, met doorslapen en met wakker worden.
Inslaapproblemen:
De dag niet kunnen loslaten, er blijft teveel door het hoofd heengaan.
Het zenuw-zintuigstelsel blijft te actief en het lukt niet om te ontspannen. In dit opzicht heeft de moderne mens veel te stellen. Zowel de ritmes van werken en rust zijn verschoven naar continu roosters, daarbij is er ook een enorme toename van de te verwerken indrukken en informatie.
Doorslaapproblemen:
Deze hebben meer te maken met stoornissen in het stofwisselingstelsel. Wanneer men consequent wakker wordt rond 2 uur in de nacht duidt dit op een probleem in het lever-galsysteem. Om 2 uur ’s nachts heeft de lever zijn maximale activiteit en het galsysteem juist de minste activiteit. Om 2 uur in de middag is dat juist omgekeerd. Als de ompoling niet goed verloopt, ontstaat deze doorslaapstoornis. Een te zware en vette maaltijd die te laat in de avond wordt gegeten, kan het inslapen negatief beïnvloeden omdat de spijsvertering te actief blijft. Ook het doorslapen kan verstoord worden door een te zware belasting van het lever-galsysteem. Zo heeft elk orgaansysteem zijn specifieke tijd. Bijvoorbeeld bij mensen die altijd om 5 uur wakker worden moet je denken aan de dikke darm.
Problemen met wakker worden:
Wakker worden kan met een schok zijn en tot een pijnlijk fysiek ervaren voeren. Het kan ook zijn dat iemand zeer moeilijk wakker wordt en zich pas na uren een beetje mens voelt. Anderen voelen zich ’s ochtends nog meer moe dan ’s avonds toen ze naar bed gingen.
Behandeling van slaapstoornissen
De kwaliteit en het ritme van de dag heeft een grote invloed op de nacht, zoals omgekeerd de kwaliteit van de slaap grote invloed op de dag heeft. Een goed ritme van werk en ontspanning door de dag zal het slapen ten goede komen.
Een oefening om de nacht voor te bereiden is de terugblikoefening, waarbij je de dag van achter naar voren feitelijk weer even voor de geest haalt. Je moet dit niet vlak voor het slapen doen maar bijvoorbeeld een half uur daarvoor.
Ook via de kunstzinnige therapieën is het slaap-waak ritme goed te beïnvloeden.
Daarnaast zijn er vele medicamenten om een gezond slaap-waakritme te ondersteunen. In algemene zin kun je denken aan melatonine.
Phosphor D6 ondersteunt het wakker worden ’s ochtends en sulphur D20 bevordert het slapen ’s avonds. Wanneer mensen niet uit hun hoofd kunnen komen, kun je denken aan argentum of stibium. Om het lever- en galritme te ondersteunen is magnesium of ijzer geschikt.