Winterse schoonheid
In een tuin kom je af en toe een onverwachte gast tegen. Een gast die er soms al een tijdje verblijft en het er kennelijk erg naar de zin heeft. Een plantaardige gast, die je eerst helemaal niet opgevallen is en dan plots heel duidelijk aanwezig kan zijn. In de Mercuurtuin overkwam mij dit aan het eind van de zomer in het stuk tuin dat achter het gebouw ligt en niet zichtbaar is vanuit de wachtkamer, maar wel vanuit de therapieruimten. Hier groeit en bloeit een scala aan planten en struiken. Een Buddleia, ook wel vlinderstruik genoemd vanwege de vele vlinders die er komen fourageren. Een klimroos en een struikroos. Ook een forse, wel tot twee meter hoge plant met pluimen van fijne bloempjes en prachtig gevormde bladeren, de Macleaya cordata (pluimpapaver). En verder guldenroede, monnikskap, pepermunt, brandnetel, Oost-Indische kers, lelietjes van dalen en toen stond plots die gast daar! Met haar donkergroene sierlijk gevormde bladeren, die wit-viltig aan de onderkant zijn en met hele dunne takjes met vele kleine geel-bruine bolvormige bloemhoofdjes, die rijkelijk bloeiden toen de dagen flink gingen korten. Welkom in de Mercuurtuin!
Wie ben jij?
Ik heet Artemisia, een mooie naam, ja. Ik ben vernoemd naar de godin Artemis, die vrouwen te hulp kwam bij hun kwalen. Ik behoor ook tot de zogenoemde Johanniskruiden, waarvan men op Sint Jan een krans maakte en om het middel droeg. Men was dan het gehele jaar van ziekten en kwalen gevrijwaard. Daarna moest men de krans in het Sint Jansvuur werpen.
Maar ik heb ook nog een andere naam en die hangt samen met het fenomeen, dat mijn bladeren gebonden aan de voet of in de schoen gelegd de drager onvermoeibaar maken. De Romeinse geschiedschrijver Plinius berichtte hier reeds over. Zó trokken de Romeinse legioenen de Alpen over! Bijvoet, aangenaam!
Gebruik
Bijvoet, een Alsemsoort, die vanwege de bittere smaak ook als maagmiddel gebruikt wordt. Maar ook bij epilepsie en zenuwlijden wordt de plant gebruikt. Ook kan men de voeten baden in een Bijvoetaftreksel. In de homeopathie is de Artemis vulgaris geen onbekende.
Zelf kan men de wortel drogen en er thee van zetten, een theelepel op een kop water, in slokjes drinken door de dag. Dit werkt zenuwsterkend. Maar ook thee van het bloeiend kruid helpt bij zenuwpijnen, aambeien, algehele zwakte, stenen, blaas- en ingewandskwalen, aldus Mellie Uyldert in haar kruidenlexicon.
Alsemtakken kunnen ook dienst doen tegen mottenvraat. In Scandinavië heet de alsem, mottenkruid. Dat zal door de geur komen.
Een heel bijzondere kwaliteit van de Bijvoet is het dat beeldhouwers in de dertiende eeuw de bladeren als motief gebruikten bij het versieren van kathedralen, met name de kathedralen van Reims en Parijs.
Onaanzienlijk en toch een schoonheid
Dat de Bijvoet mij niet eerder was opgevallen in de tuin zal komen door het op het eerste oog onaanzienlijke uiterlijk van de plant. Pas wanneer zij meer uit de kluiten gewassen is, wordt ze meer zichtbaar. Vaak bevat het meest onaanzienlijke onvermoede kracht. Zoals bijvoorbeeld blijkt in het Russische sprookje over Iwan (Johannes) die zeven jaar op de kachel ligt, zonnepitten etend, en door iedereen uitgelachen wordt. Wanneer hij dan de wereld intrekt, blijkt hij enorme kracht en uithoudingsvermogen te bezitten en hij wordt uiteindelijk Tsaar van een groot rijk.
De Bijvoetstengel gaat na de bloei verhouten en de takjes, bladeren en restanten van de bloemen verdrogen en kunnen in de winter tot een schoonheid worden, vooral wanneer er ook nog rijp op zit.
Margreet Voorhoeve