Zomersgebaar
“Mij spreekt de blomme een tale”, schrijft Guido Gezelle. Wij noemen het gewoon genieten als we rozen zien en ruiken, maar een dichter beleeft en beschrijft het met zijn eigen woorden. Gezelle kon de bloementaal in zich opnemen. Een taal die zich uit in een oneindige veelheid van vormen, kleuren en geuren.
Naar mijn idee spreekt de plantenwereld een gebarentaal, die we meestal onbewust in ons opnemen. Een rijke taal met haast onnoembaar vele uitingen. Eigenlijk spreekt iedere plant een eigen taal met eigen gebaren. Zoals ook wij ons spreken voorzien van eigen gebaren.
Er zijn planten die kruipen en de aarde bedekken, andere klimmen juist, of maken enorme grote bladeren of hebben hele kleine sprietige of stekelige groeisels. Zo maakt iedere plant een andere indruk op ons. Van uitnodigend tot afwerend!
Het gebaar van de plant brengt iets te voorschijn.
Het woord gebaar komt van het Middel-Nederlandse woord baren, gebaren (ter wereld brengen) (dragen). De oudste betekenis is dragen, later ook voortbrengen, (ver)tonen, te voorschijn brengen.
Dat is dus wat Guido Gezelle bedoelt, de plant maakt hem iets duidelijk, brengt haar wezen te voorschijn.
Feeëriek
Een plant met een bijzonder gebaar bloeit al de hele zomer in de Mercuurtuin. Zij stond er al toen we de tuin zijn gaan verzorgen en dat is al twee decennia geleden. Het is eigenlijk een plant die een voorkeur heeft voor bosranden, spoordijken en duinvalleien. Maar gelukkig ook genoegen neemt met de Mercuurtuin! De hoogte kan tot 2.50 m. gaan. Insecten zijn er dol op en de Avondroodpijlstaartvlinder en zijn ‘olifantrups’ zijn op deze plant aangewezen.
De hoogt geeft al aan dat deze plant enorm rechtop gaat en naar het licht streeft. Haar bladeren zijn smal (lancet vorm) en maken sierlijke gebaren naar opzij. Ze lijken op wilgenblaadjes. Vandaar dat de plant de naam Wilgenroosje (Chamerion augustifolium) draagt. De bloemen zijn 2 tot 3 cm. groot met purperroze kroonblaadjes, in lange naar de top versmalde trossen.
De bloeiende Wilgenroosjes geven een feeërieke indruk wanneer je ze van een afstand ziet. Vooral wanneer de lijnvormige doosvrucht, die tot zes centimeter lang wordt, met vier kleppen openspringt en de zaden tevoorschijn komen met elk een kuif van zijdeachtige haren.
Bijenplant
De bloemen bloeien lang en geven de indruk dat ze niet willen ophouden met bloeien. Tot in het hoogste topje gaat het door. Alsof ze zeggen willen: “het blijft zomer”!
Het is een prachtige achtergrond plant, die wel op de plek gehouden moet worden anders gaan de sterke wortels er vandoor. De wortels zijn rijk aan looistoffen, pectine en slijmstoffen. Vroeger werden ze gebruikt tegen moeilijke spijsvertering.
Nu is het Wilgenroosje belangrijk voor de bijen, die er heel graag naar toe komen.
En voor ons, want in haar uitstraling geeft zij de zomer in ons hart mee!
Mij spreekt de blomme een tale,
mij is het kruid beleefd,
mij groet het altemale,
dat God geschapen heeft!
Guido Gezelle, Gedichten, ISBN 9027400040
Margreet Voorhoeve